Page 6

Jaarverslag PGD Nederland 2011

6 figuur 2 // vervolgtraject van de in 2011 naar het mumc+ verwezen paren (n=326) zien af n=115 gaan door n=172 niet geschikt voor IVF n=6 afgewezen voor PGD n=11 spontaan zwanger voor start PGD n=22 Vervolgtraject van de paren die verwezen werden De indicatie van 16 paren werd voorgelegd aan de Van de 326 paren die rechtstreeks of via een trans- landelijke Indicatiecommissie PGD. Het betrof 13 portcentrum verwezen werden naar het MUMC+ verschillende indicaties (tabel 3). Het vervolgtraject zijn 172 paren (53%) gestart met PGD (figuur 2). van deze paren wordt niet apart uitgelicht maar is 115 paren (35%) zagen af van PGD. 86 paren zagen opgenomen in figuur 2. Voor een overzicht van af na het intakegesprek in het MUMC+ en 29 paren de voorgelegde indicaties en uitspraken van de lieten weten na opgeroepen te zijn en/of schrifte- landelijke Indicatiecommissie wordt verwezen lijke informatie te hebben ontvangen, af te zien naar tabel 3. Het betrof 9 autosomaal dominante van het intakegesprek. aandoeningen en 4 autosomaal recessieve aan- 22 vrouwen (7%) waren spontaan zwanger bij de doeningen. Er waren 4 indicaties uit de groep van aanmelding voor PGD of bij het intakegesprek of autosomaal dominante erfelijke hartziekten (DCM, kozen kort daarna voor natuurlijke conceptie. ARVC, NCCM en lange QT syndroom type II). Voor hen was PGD voorlopig niet aan de orde. Deze aandoeningen zijn ook binnen families vaak 6 paren (2%) bleken ongeschikt voor IVF; bij 3 paren zeer wisselend van ernst. De landelijke Indicatie- had de vrouw een verminderde ovariële reserveca- commissie oordeelde dat de meeste aandoeningen paciteit; 1 vrouw had een te hoge body mass index in deze categorie genetisch heterogeen zijn en dat om verantwoord een IVF-behandeling te kunnen de ernst en het beloop van deze aandoeningen ondergaan; bij 2 paren was bij de man sprake van zeer variabel is. PGD is slechts toegestaan als er in azöospermie. de individuele situatie zwaarwegende argumenten naar voren komen die toch leiden tot een indicatie 11 paren (3%) werden voor behandeling afgewezen voor PGD. door de werkgroep PGD MUMC+ (tabel 2). Voor 4 paren was de reden dat PGD volgens het Behandelingen Planningsbesluit niet was toegelaten. Voor 2 paren was de reden dat de combinatie TESE en PGD niet Aantal gestarte behandelingen en resultaten toegelaten is in hetzelfde centrum in Nederland. In totaal werden er in 2011 251 PGD-cycli gestart Bij 5 paren was of de mutatie (nog) niet bekend bij 190 paren: 88 paren in het MUMC+, 76 in het of was er geen genetische diagnose. 4 van deze UMCU en 26 in het UMCG (tabel 4). In 2010 werden 11 paren werden verwezen naar het PGD-centrum er 209 behandelingen gestart bij 148 paren. Het van de Vrije Universiteit in Brussel. aantal gestarte behandelingen is gestegen met


Jaarverslag PGD Nederland 2011
To see the actual publication please follow the link above