Samenvatting 167 443 aneurysmata in 403 patiënten werden er 244 (55,1%) in 230 patiënten gecoild, en 173 patiënten (42,9%) met 199 aneurysmata werden geopereerd. Gedurende een gemiddelde follow-up van 33,9 maanden (range 12 - 106) werd een nieuwe SAB (‘rebleed’) gezien in 3,1% van de chirurgisch behandelde patiënten en in 2,3% van de endovasculair behandelde patiënten. Totale mortaliteit (zowel gerelateerd als onafhankelijk van de SAB) in deze vervolgperiode was 11,6% na operatie en 17,4% na endovasculaire behandeling (P=0,018). Deze getallen zijn vergelijkbaar met die in andere publicaties, rekening houdend met de slechte klinische conditie van een relatief groot deel van onze patiëntengroep ten tijde van binnenkomst, en ze ondersteunen ons beleid waarbij een multidisciplinair team beslist welke behandeling het beste is voor een patiënt met een geruptureerd intracranieel aneurysma. Follow-up van gecoilde aneurysmata is nodig omdat heropening of rekanalisatie van een gecoild aneurysma regelmatig voorkomt. In onze onderzochte groep kwam dit voor in 38,1% (72 van 189 aneurysmata waarvan een follow-up onderzoek beschikbaar was) en 16 van deze 72 (22%) werden opnieuw behandeld. DSA was lange tijd de het meest geschikte onderzoek voor follow-up van gecoilde aneurysmata. MRA bleek in recente studies echter een goed alternatief. In de meeste van deze studies werd een flow gewogen MRA sequentie gebruikt. Om de kwaliteit van Contrast Enhanced MRA (CEMRA) in het beoordelen van rekanalisties van gecoilde aneurysmata te evalueren hebben we een prospectieve studie uitgevoerd waarin patiënten een CEMRA onderzoek naast de standaard DSA ondergingen voor follow-up van een gecoild aneurysma. De DSA fungeerde als gouden standaard. De resultaten werden vergeleken met andere studies waar flow gewogen sequenties werden gebruikt. De resultaten van onze studie zijn beschreven in Hoofdstuk 6. CEMRA had een sensitiviteit van 81,8% en een negatief voorspellende waarde van 90,5%, wat niet veel anders is dan in de literatuur beschreven voor flow gewogen MRA sequenties. Onze studie toont aan dat CEMRA gebruikt kan worden voor de follow-up van gecoilde intracraniële aneurysmata, maar dat de lage positief voorspellende waarde (36,7%) een DSA nodig maakt bij aneurysmata waar een rekanalisatie is waargenomen met CEMRA. In het algemeen wordt een eerste follow-up zes maanden na de behandeling gedaan. In onze kliniek wordt standaard een follow-up onderzoek gedaan zes maanden en 24 maanden na de behandeling. Recent is de vraag gerezen of langere follow-up nodig is voor aneurysmata welke adequaat geoccludeerd zijn bij de eerste controle na zes maanden. Adequaat geoccludeerde aneurysmata zijn deze welke volledig geoccludeerd zijn of een kleine opening in de hals van het aneurysma vertonen (Klasse 1 en 2 van de Roy en Raymond classificatie (R&R)). In een groep patiënten met adequaat geoccludeerde aneurysmata na zes maanden hebben we gekeken naar de occlusie status op lange termijn en onderzochten de relatie tussen Klasse 2 R&R occlusie bij zes maanden en late rekanalisatie. We vergeleken onze resultaten met die van de grotere multicenter LOTUS studie van Ferns et al, waar onze patiënten deel van uitmaakten. In Hoofdstuk 7 zijn deze resultaten beschreven. Drie van de 62 onderzochte patiënten (4,8%, 95% Confidence Interval (CI) 1,3-14,4%) met in totaal 71 aneurysmata (2,5%, 95%CI 1,1-12,7%) vertoonden late rekanalisatie. Geen van deze drie gerekanaliseerde aneurysmata is echter opnieuw behandeld (0,0%, 95%CI 0,0-6,4%). Alle drie de aneurysmata waren volledig geoccludeerd (Klasse 1 R&R) aan het eind van de coiling procedure en bij follow-up na zes
proefschrit Van Zwam inhoud met kaft en stellingen.indd
To see the actual publication please follow the link above