Jos van Engelshoven Gerrit Kemerink Röntgen- en radiumtherapie begin 3 twintigste eeuw Pagina 50: Radiotherapiekamer in het Hôpital Cochin in Parijs, 1914. (Van Tiggelen, Radiology in a Trench Coat 52 Academia Press Gent België 2013) In het begin ging het vooral om diagnostiek. Ook de technische ontwikkelingen waren met name daarop gericht. Deze leidden bijvoorbeeld tot contrastverbetering en kortere belichtingstijden. Maar al snel brachten de huidreacties die optraden na blootstelling aan straling, zoals haaruitval en ernstige irritaties, artsen op het idee dat röntgenstraling ook therapeutisch toe te passen moest zijn. De eerste publicaties over röntgentherapie hadden vooral betrekking op (goedaardige) huidaandoeningen. Er werd echter sporadisch ook geschreven over röntgentherapie bij kwaadaardige inoperabele gezwellen. De Oostenrijker Leopold Freund (1868 -1943) geldt als de grondlegger van de radiotherapie. Ook hij had gezien dat haren na blootstelling aan röntgenstraling uitvielen. In 1896 bestraalde hij met succes een grote harige moedervlek (naevus) op de rug van een vijfjarig meisje. Röntgenbestraling werd hierdoor spoedig een populaire behandeling tegen excessieve haargroei (hypertrichosis). Dit leidde weer tot andere toepassingen, zoals het bestralen van eczeem of van schimmelinfecties op het hoofd. Ook die behandelingen waren meestal succesvol. Zo groeide geleidelijk de gedachte dat zwakke stralenwerking weefselgroei prikkelde, krachtige stralenwerking die groei belemmerde of zelfs celdood veroorzaakte en dat niet alle weefsels voor bestraling even gevoelig waren. Gelijktijdig deed zich een andere ontwikkeling voor, die vanuit Denemarken in gang gezet was. De Deense arts Niels Ryberg Finsen (1860 -1904) had in 1897 laten zien dat blootstelling aan geconcentreerd ultraviolet (UV) licht een genezend effect had op huidtuberculose (lupus vulgaris), een ziekte die toen veel voor kwam. In 1903 zou hij voor de ‘Finsentherapie’ de Nobelprijs krijgen. Men had gezien dat bij deze behandeling de huid eerst rood werd en dat daarna blazen (bulleuze dermatitis) ontstonden, geheel vergelijkbaar met het effect van röntgenbestraling. Daarom ging men huidtuberculose ook met röntgenstralen behandelen. En met succes. Eveneens kort na Röntgens ontdekking werd al melding gemaakt van het bestralen van kanker, onder andere van keelkanker, borstkanker en maagkanker. Het ging toen nog uitsluitend om casuïstische mededelingen en niet om systematisch onderzoek. Vooral dermatologen en chirurgen waren daarbij betrokken. De vergaderverslagen van hun beroepsverenigingen in het Nederlands Tijdschrift van Geneeskunde (NTvG) maken melding van de resultaten van 1896 Leopold Freund bestraalt met succes een grote harige moedervlek. 1908 Röntgentherapie tegen vele aandoeningen.
Boek Maastro NL binnenwerk.indb
To see the actual publication please follow the link above