Page 144

proefschrift gommer inhoud met kaft.indd

Samenvatting Samenvatting Voor de normale hersenfunctie en in extremis voor overleving is een adequate handhaving van de cerebrale bloedstroom van essentieel belang. Ongeveer 15% van de cardiale uitstroom gaat naar het brein, dat ongeveer 20% van het totale lichaamszuurstofverbruik voor zijn rekening neemt. Vanwege de beperkte mogelijkheden van het brein voor energieopslag is het nodig de cerebrale doorbloeding goed te reguleren. Het aanpassen van de cerebrale bloedstroom gebeurt door de doorsnede van de cerebrale vaten te veranderen. De cerebrale bloedstroom wordt dynamisch aangepast aan veranderingen in de perfusiedruk, de metabole activiteit van het brein, hormonale factoren en autonome zenuwactiviteit. De regulering van de cerebrale bloedstroom voor veranderingen in de perfusiedruk wordt cerebrale autoregulatie genoemd. Bij verschillende ziektebeelden kan de functie van cerebrale autoregulatie verstoord of zelfs afwezig zijn. De exacte werking van cerebrale autoregulatie is nog slecht begrepen. De volgende drie verschillende mechanismen worden gedacht een rol te spelen: metabole, myogene and neurogene regulatie. Het betrouwbaar, voldoende reproduceerbaar en niet-invasief kunnen meten van dynamische cerebrale autoregulatie (dCA) kan de diagnostiek en behandeling van meerdere ziektebeelden verbeteren. Minimaal is het hiervoor nodig continu de bloeddruk en een maat voor de cerebrale bloedstroom te meten. Dit proefschrift heeft als doel de klinische toepasbaarheid te verbeteren van dynamische cerebrale autoregulatietesten. Als eerste wordt het gebruik van de methode op basis van overdrachtsfunctieanalyse (OFA) onderzocht. Ten tweede wordt de klinische toepassing van de ontwikkelde methode getest in diverse patiëntengroepen. In hoofdstuk 2 is de reproduceerbaarheid van dCA onderzocht voor verschillende OFA parameterkeuzes, gekwantificeerd met de intraklasse correlatie coëfficiënt. Twee verschillende data voorbewerkingstappen worden vergeleken, namelijk het verwijderen van de offset door de gemiddelde waarde af te trekken en een complexere methode genaamd smoothness priors detrending. Daarnaast wordt de schatting van de spectrale dichtheid bepaald op twee manieren, namelijk door middeling van opeenvolgende segmenten en door het gladder maken van het spectrum. Er worden geen significante invloeden gevonden voor de voorbewerkingstappen noch voor de methode van spectrale schatting. Dit maakt dat er geen noodzaak lijkt voor het voorschrijven van een specifiek signaalbewerkingsregime. Voor zowel fase als gain wordt een matige reproduceerbaarheid gevonden. Op basis van de 142


proefschrift gommer inhoud met kaft.indd
To see the actual publication please follow the link above