59 Het artikel bevat de technische gegevens en de resultaten van de behandeling van 56 patiënten met allerlei vormen van kanker, en geeft de problemen waar men destijds voor stond goed weer. Gaarenstroom werkte met watergekoelde buizen en een dieptetherapietoestel met ‘kwikturbineonderbreker’. De röntgenbuizen konden tot twintig minuten belast worden met drie milliampère en moesten dan vijf tot tien minuten afkoelen. Daarna konden ze, en dat vond hij heel positief, direct weer opnieuw gebruikt worden. Om de huidschade zo veel mogelijk te beperken bestraalde hij dieper gelegen tumoren vanuit verschillende hoeken. Twaalf van de 56 patiënten leken op het moment van publicatie genezen (vooral huidtumoren) en 26 waren overleden. Hij concludeerde: Tastend, zoekend, onze ervaringen mededelend, de bereikte uitkomsten vergelijkend met die van hen, die in gelijke richting werkzaam zijn, zullen wij voetje voor voetje in de wetenschap onzen weg moeten zoeken of banen, overtuigd als wij zijn dat aan de stralentherapie bij de bestrijding van kwaadaardige gezwellen een toekomst is weggelegd. In 1921 schreef prof. dr. J.K.A. Wertheim Salomonson, de eerste hoogleraar röntgenologie in Nederland, in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: Elk onderdeel der geneeskunde heeft van deze therapie voordeel ondervonden. De dermatoloog kan nu op gevaarlooze wijze tal van huidaandoeningen genezen die vroeger elke behandeling trotseerden. De chirurg bereikt bij vele kankeroperaties gunstige resultaten, doordat hij de laatste (overgebleven) zieke weefselresten door bestraling kan vernietigen. De gynaecoloog ziet grote myomen slinken en de internist kan gezwellen in de borstholte en de neuroloog in de hersenen bestralen met redelijke kans op verbetering. Röntgenonderzoek rond 1912 Thomas Mann beschreef in zijn roman De Toverberg beeldend wat Joachim Ziemszen, neef van de hoofdpersoon Hans Castorp, ondervond toen er in een sanatorium in het Zwitserse Davos van hem een longfoto werd gemaakt. De Toverberg verscheen weliswaar in 1924, maar de schrijver ontleende zijn beschrijving ongetwijfeld aan een ervaring uit 1912, toen zijn echtgenote Katia in een sanatorium in Davos was opgenomen en hij aanwezig was bij het maken van longfoto’s. In de betreffende passage is sprake van een bestraling van twee seconden. Een therapeutische bestraling duurde in die tijd veel langer en moet een nog veel heftigere sensatie geweest zijn. Joachim had op een soort schoenmakersdrievoet plaats genomen voor een plank waar hij zijn borst tegenaan drukte, terwijl hij er bovendien nog zijn armen omheen geslagen had; met knedende bewegingen verbeterde de bediende zijn houding, door Joachims schouders verder naar voren te drukken en zijn rug te masseren. Hierna ging hij achter de camera staan om als eerste de beste fotograaf gebukt en wijdbeens het beeld te controleren, bracht zijn tevredenheid tot uitdrukking en trad opzij, terwijl hij Joachim op het hart drukte diep in te ademen en zijn adem in te houden tot alles voorbij was. Joachims geronde rug zwol op en verstarde. Op het zelfde moment had de bediende aan het schakelbord de vereiste handeling uitgevoerd. Twee seconden lang speelden verschrikkelijke krachten, waarvan de aanwending nodig was om de materie te kunnen doordringen, hun spel, stromen van duizenden volt, van honderdduizend, meende Hans Castorp zich te herinneren. Nauwelijks tot hun bestemming beteugeld, zochten de machten zijwegen om zich te ontplooien. Ontladingen knalden als schoten. Blauwe vonken knetterden over het meetapparaat. Langgerekte bliksemschichten schoten knisperend langs de muur. Ergens keek een rood lichtje, een oog gelijk, stil en dreigend het vertrek in, en een fiool röntgenbuis langs Joachims rug liep groen aan. Toen kwam alles tot rust; de lichtverschijnselen lieten af, en Joachim liet met een zucht zijn adem ontsnappen. Het was gebeurd. (Nederlandse vertaling: Pé Hawinkels, 1975.)
Boek Maastro NL binnenwerk.indb
To see the actual publication please follow the link above