Page 148

Boek Maastro NL binnenwerk.indb

Léon Lodewick De academisering 15 van het RTIL 1989 Nieuwbouw RTIL in Heerlen. 1993 Mevr. L. Klaasse-van Remortel, directeur bedrijfsvoering RTIL. 1999 Rapport Cleton: verhuis RTIL naar Maastricht. 146 Toen Dr. J.M.A (Jos) De Jong in 1987 bij het RTIL begon, trof hij een afdeling aan waarin drie radiotherapeuten (T.A.M. Verschueren, N.G.M. van Hasselt en J.J. Jager), een internist (dr. M.A.G. Pannebakker) en een klinisch fysicus (R.J. de Vos) werkzaam waren. Zij werden ondersteund door bijna vijftig medewerkers onder leiding van een hoofdlaborante (mevr. J.M. Kleijnen-Maassen) en door een administrateur-beheerder (M.P.H. Wolter). Ruim 1.400 nieuwe patiënten kwamen er in 1987 onder behandeling. Met tien radiotherapeuten, een internist, drie klinisch fysici, vijf radiotherapeuten in opleiding, twee klinisch fysici in opleiding en 105 medewerkers was dat beeld in 2000 drastisch veranderd. Zij stonden in dat jaar klaar voor 2.150 nieuwe patiënten. Die enorme groei in korte tijd werd veroorzaakt door het toenemende aantal patiënten met kanker en de sterk verbeterde behandelingsmogelijkheden. Deze ontwikkeling maakte ook een uitbreiding van apparatuur en professionalisering van bestuur en management noodzakelijk. In 1989 nam de commissaris van de koningin van Limburg, gouverneur dr. J. Kremers, de derde lineaire versneller in Heerlen in gebruik. In verband daarmee kreeg het RTIL op het terrein van het De Weverziekenhuis eindelijk een duidelijk gezicht: het kwam bovengronds en kreeg een eigen ingang. Vrij snel daarna, in 1996, verrees een vierde versneller, maar nu annex het academisch ziekenhuis in Maastricht. Dat was een gevolg van een in 1991 tussen het RTIL en het azM gesloten overeenkomst. Daarin werden de perspectieven en doelstellingen van de samenwerking als volgt onder woorden gebracht: Het perspectief van fundamenteel experimenteel onderzoek, patiëntgebonden onderzoek, klinisch interdisciplinair onderzoek en topreferentiezorg binnen het zwaartepuntenbeleid van de faculteit geneeskunde van de RL en het azM zal een periode inluiden van verdere kwalitatieve verbetering van de radiotherapie- mogelijkheden in de regio en de oncologische zorg in het azM. (…) Gestreefd wordt naar een permanente aanspreekbaarheid van de radiotherapeuten en klinisch fysici van het RTIL door het azM. Alsmede nauwe klinisch wetenschappelijke samenwerking en vestiging van een lineaire versneller op zeer korte termijn en van een tweede lineaire versneller voor zover de zorg dat nodig maakt in Maastricht. Men was van mening dat een over meerdere organisaties gespreide aanpak van de radiotherapie ten koste zou gaan van patiëntenzorg, onderwijs en opleiding en de mogelijkheden tot onderzoek. Maar men vond ook dat een gescheiden optreden ieders mogelijkheden tot verdere ontwikkeling naar het gewenst niveau op de betreffende deelterreinen zou beperken en bovendien kostbaar zou zijn. Pagina 144: Het personeelsblad HospiTaal van het De Weverziekenhuis van januari 1987 verwelkomt radiotherapeut-directeur De Jong. (Atrium MC Heerlen)


Boek Maastro NL binnenwerk.indb
To see the actual publication please follow the link above