Peter Visser De radiotherapie 12 wordt volwassen 1978 Eerste lineaire versneller (Linac) in het RTIL. 1983 Tweede lineaire versneller RTIL. 1996 Vier lineaire versnellers RTIL: drie in Heerlen en één in Maastricht. 126 In 1975 was duidelijk geworden dat radiotherapie met een Lineaire Versneller (Linac) de behandeling gunstig beïnvloedde wat betreft resultaten en bijwerkingen. De hogere versnelspanning (5 megaVolt) van de stralenbundels uit deze apparatuur maakte het mogelijk dieper in het lichaam door te dringen en tumoren effectiever te bestralen. Dit ging bovendien gepaard met een huiddosis die in vergelijking met orthovolttherapie (tot 300 kV) lager was. De in 1965 voor Lokkerbol aangeschafte kobaltbom, een bestralingsapparaat met kobalt-60 als bron, was ook al een verbetering, maar de daarbij benodigde lange bestralingstijd was een groot nadeel. Die bestralingstijd nam zelfs nog toe met het ouder worden van de bron. Daarom werd in 1975 besloten om dit apparaat, dat bij het De Weverziekenhuis opgesteld stond, te vervangen door een Linac. Vanwege de hoge investeringen en de daarbij benodigde aantallen patiënten, besloten de Limburgse ziekenhuizen in 1974 de functie radiotherapie op één plaats en in een zelfstandig instituut te concentreren. Dat werd het Radiotherapeutisch Instituut Limburg (RTIL). In vervolg daarop werd de afdeling radiotherapie van het De Weverziekenhuis per 1 januari 1978 opgeheven en trad het voltallige personeel in dienst van het RTIL. Omdat de installatie van de Linac nog niet voltooid was, werden de patiënten nog tot medio april in Eindhoven bestraald. Halverwege 1978 kon dan gestart worden met de nieuwe 5 MeV (5 mega- elektronvolt) Linac, een compact ontwerp van Philips. De ‘versneller’-technicus moest zijn uiterste best doen om het apparaat voor het snel groeiende aantal patiënten in bedrijf te houden. Ook werd in 1978 een zogeheten simulator geïnstalleerd. Dit was een soort röntgentoestel met dezelfde bewegingsmogelijkheid als een Linac. Ter vaststelling van de behandelingstechniek werd de patiënt doorgelicht in de gewenste bestralingsrichtingen. De verkregen röntgenfoto’s werden vervolgens gebruikt om te bepalen waar de stralenbundel afgeblokt diende te worden. Het was belangrijk de patiënt in precies dezelfde houding als op de simulator te bestralen. Pagina 124: De eerste lineaire versneller (Linac) in het RTIL. Dit bestralingstoestel is in 1978 in gebruik genomen en heeft tot 1998 (20 jaar!) gefunctioneerd. Het toestel kan volledig rond de patiënt draaien en zo de bundel in iedere gewenste richting de patiënt laten binnentreden. De tafel waarop de patiënt ligt, is instelbaar in drie richtingen. Tijdens de instelling wordt een lichtbundel in de kop van de versneller gegenereerd, waarmee men controleert of de bundel op de juiste wijze richting patiënt gaat. Tijdens de bestraling is het personeel buiten de bestralingsbunker en dient de patiënt zo stil mogelijk te blijven liggen.
Boek Maastro NL binnenwerk.indb
To see the actual publication please follow the link above