Page 3

PGD jaarverslag 2013

PGD Nederland / Jaarverslag 2013 — —3 De Landelijke Indicatiecommissie PGD werkt onafhankelijk van PGD Nederland en beoordeelt nieuwe indicaties voor PGD. patiëntgebonden activiteiten Behandelingen en zwangerschappen in 2013 — Ook in 2013 werkte het MUMC+ vruchtbaar samen met haar transportcentra UMCU, UMCG en AMC. Er werden in Nederland in 2013 in totaal 347 PGD-behandelingen gestart, resulterend in 295 PGD-analyses. Dit is een groei van 8% ten opzichte van 2012 (273 analyses). Net zoals voorgaande jaren vonden de meeste PGD-behandelingen plaats in het MUMC+ (164 cycli), gevolgd door het UMCU (130 cycli), het UMCG (48 cycli) en het AMC (5 cycli). In totaal ontstonden in 2013 52 doorgaande zwangerschappen na PGD. Het doorgaande zwangerschapspercentage per embryotransfer in een verse cyclus varieerde tussen 20 en 30% (MUMC+ 20,4%, UMCU 30%, UMCG 27,6%). Behandelingen en zwangerschappen cumulatief tot en met 2013 — Sinds de start van PGD in 1995 zijn er in totaal 1.955 behandelingen gestart bij 973 paren. Dit heeft geresulteerd in 1.631 eicelpuncties, en 1.514 transfers van embryo’s in de baarmoeder, waarvan 318 embryotransfers na een cyclus, waarin een of meer embryo’s ingevroren en ontdooid zijn. Sinds 1995 zijn er na PGD 326 doorgaande zwangerschappen (≥ 12 weken) ontstaan, waarvan 306 na transfer van een embryo in de baarmoeder in een verse cyclus en twintig na invriezen en ontdooien van een of meer embryo’s. Deze 326 zwangerschappen resulteerden in 328 levendgeboren PGD-kinderen: 149 jongens en 179 meisjes. De cumulatieve percentages, tot en met 2013, doorgaande zwangerschappen voor PGD Nederland bedragen 16,7% per gestarte cyclus, 20% per eicelpunctie, 25,6% na transfer in een verse cyclus en 8,2% na een embryotransfer in een vries-/dooicyclus. De cumulatieve percentages, tot en met 2013, doorgaande zwangerschappen voor PGD met FISH-diagnostiek (methode voor diagnostiek van chromosomale afwijkingen) in Nederland bedragen 15,9% per gestarte cyclus, 19,6% per eicelpunctie, 28,3% per embryotransfer in een verse cyclus en 9,3% per embryotransfer in een vries-/dooicyclus. De cumulatieve percentages, tot en met 2013, doorgaande zwangerschappen voor PGD met PCR-diagnostiek (methode voor diagnostiek van monogene aandoeningen) in Nederland bedragen 20,3% per gestarte cyclus, 20,2% per eicelpunctie, 23,7% per embryotransfer in een verse cyclus en 7,6% per embryotransfer in een vries-/dooicyclus. lopende research projecten Er wordt binnen PGD Nederland wetenschappelijk onderzoek gedaan op meerdere gebieden. Een deel van de onderzoeken richt zich op evaluatie van de zorg en de behoefte van paren die PGD vragen. Op basis van de uitkomsten sturen we voortdurend bij en hopen zo nog beter tegemoet te kunnen komen aan de wensen van onze cliënten en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Ook de PGDresultaten worden voortdurend gemonitord. In 2013 zijn we gestart met onderzoek van vijfjarige kinderen, die geboren zijn na PGD. Zij worden vergeleken met vijfjarigen die geboren zijn na IVF en met spontaan verwekte kinderen. De kinderen worden lichamelijk en psychologisch onderzocht. De vraag is of PGD-kinderen verschillen vertonen ten opzichte van andere kinderen.


PGD jaarverslag 2013
To see the actual publication please follow the link above