Page 22

UMC010 WTK HECHT #8

22 A N D E R H A LV E L I J N S Z O R G recht, zonder een beroep te hoeven doen op hun eigen bijdrage. Uniek aan dit concept is dat de regie bij de huisarts blijft. Dat ervaren wij als huisartsen als bijzonder positief.” Dermatoloog Herm Martens werkt twee dagdelen per week in de stadspoli’s. “De ervaringen zijn positief”, zegt hij. “Het is er goed georganiseerd en rustig. Ik word er niet afgeleid door seinen of andere zaken en kan dus met meer focus werken. Het werk vraagt wel om een iets andere mindset. Ik word als het ware gedwongen doelmatiger en creatiever te denken, zodat de patiënt en verwijzer optimaal bij het consult gebaat zijn, zonder het ziekenhuis nodig te hebben. Uiteindelijk blijkt dat van alle mensen die de dermatologen op de stadspoli zien, slechts 19,8% alsnog naar het ziekenhuis wordt doorverwezen.” Patiënten ervaren kleinschaligheid als prettig Onder leiding van Dirk Ruwaard onderzoekt de Academische Werkplaats Duurzame Zorg de haalbaarheid, effectiviteit en kosten van anderhalvelijnszorg in de drie Zuid-Limburgse proeftuinen. “Ons onderzoek toont aan dat patiënten in het algemeen meer tevreden zijn over de kwaliteit van de anderhalvelijnszorg dan over de (eveneens hoog gewaardeerde) kwaliteit in het ziekenhuis. Patiënten ervaren vooral de kortere wachttijden, meer tijd tijdens het consult, betere uitleg en meer informatie over behandelingsmogelijkheden als positief. Daarnaast geven ze aan dat ze de kleinschaligheid als rustig en prettig ervaren.” Qua gezondheid laat het onderzoek nauwelijks verschillen zien tussen patiënten die zijn behandeld in de anderhalvelijnszorg of in het ziekenhuis.” Potentie tot kostenbesparingen Op de vraag of anderhalvelijnszorg goedkoper is, is (nog) geen bevestigend antwoord te geven. Dirk Ruwaard: “We kunnen in elk geval wel stellen dat de potentie er is. Ga maar na, gemiddeld 75% van de patiënten wordt na een consult bij de specialist in de anderhalvelijnszorg terugverwezen naar de huisarts. Verdere kostenbesparingen zijn mogelijk door tariefaanpassingen en verhoging van het volume. Meer specialismen en meer huisartsen kunnen meedoen. Tegelijkertijd moet rekening gehouden worden met een mogelijk aanzuigende werking van de anderhalvelijnszorg omdat patiënten hun eigen risico niet hoeven aan te spreken. Een eenduidig antwoord is dus nog niet te geven en is ook afhankelijk van landelijke trends en veranderingen in de declaratiesystematiek. Voortdurend monitoren blijft dan ook noodzakelijk.” En hoe zit het met de specialist en het gewenste profiel? Dirk Ruwaard: “Belangrijkste criterium is dat de arts het concept van anderhalvelijnszorg onderschrijft. Ook blijkt dat een arts met een bredere blik op het vak het beste past.” De stadspoli’s zijn inmiddels de experimenteerfase voorbij en vast onderdeel van het zorgaanbod in Maastricht-Heuvelland. Marja van Dieijen, voorzitter Raad van Bestuur van het MUMC+, over anderhalvelijnszorg: “Als MUMC+ nemen wij onze verantwoordelijkheid in het betaalbaar en toegankelijk houden van de zorg. Herschikking van zorgtaken hoort daar vanzelfsprekend bij. De stadspoli’s in de proeftuin Blauwe Zorg laten zien dat we daar succesvol in zijn en zelfs een voorbeeld vormen voor andere regio’s. Eén van de succesfactoren is dat de regie bij de huisarts blijft en dat het ziekenhuis ondersteunt waar nodig. Hiermee zijn we uniek in Nederland.” In 2013 wees het Ministerie van Volksgezondheid negen proeftuinen ‘Betere zorg met minder kosten’ aan. Drie daarvan bevinden zich in Zuid-Limburg: Blauwe Zorg (Maastricht-Heuvelland), MijnZorg (Oostelijke Mijnstreek) en Anders Beter (Westelijke Mijnstreek). In alle drie de proeftuinen vinden experimenten plaats met anderhalvelijnszorg, waarbij elke proeftuin een eigen benadering heeft.


UMC010 WTK HECHT #8
To see the actual publication please follow the link above