Page 3

Diabetescourant_nr_6.pdf

Patiënt aan het woord... Mijn naam is Kim Kreuwels. 32 jaar jong. Samen met Filip en onze dochters Saar (1) en Fee (0) woon ik in Mheer. Sinds 2000 heb ik diabetes type 1. We made a wish, and you came true! Zwanger zijn is prachtig, want hallo...! 'There is a miracle growing in you'. Je eigen wonder dat zich veilig in jouw buik mag ontwikkelen. Maar eerlijk is eerlijk. Als mama to-be met diabetes kennen die negen maanden absoluut ook mindere periodes. Uitdagingen. Momenten waarop je denkt: ik ben het gewoon even helemaal zat. Diabetes heb je al 24-7 en dan ga je het ook nog 9 maanden lang voor twee doen?! Diabetes is voor mij een continue aanwezigheid, een aanwezigheid die net zo normaal is als eten, drinken en slapen. En dan komt er een kinderwens. De wens om mama te mogen worden. Gaat dat wel met diabetes? Ik was me ervan bewust dat voor het bereiken van een optimale regulering, intensieve zelfcontrole, strakke voedingsregels en het samenwerken met deskundigen van levensbelang zijn. Kan ik dat wel? Wil ik dat wel? Ik las veel over de extra zorgen en risico’s die zwanger worden met diabetes met zich meebrengen maar ook dat met een goede voorbereiding de meeste zwangerschappen uitstekend verlopen. Begin 2014 begon het echt te kriebelen. We bespraken onze wens met de internist en diabetesverpleegkundige en met behulp van een continuglucosemeter zat mijn HbA1c als snel op een medisch verantwoorde 6%. We mochten het proberen. Wauw! De euforie was helaas van korte duur toen 'spontaan' zwanger worden niet bleek te lukken en we in de medische ‘vruchtbaarheidsmolen’ terecht kwamen. De maanden die volgden zijn het beste te omschrijven als een achtbaan van emoties. Gevoelens van frustratie, hoop, teleurstelling, angst en boosheid wisselden elkaar in rap tempo af. Ook mijn bloedsuikers deden mee in hoge pieken en diepe dalen. Diabetes is nu eenmaal meer dan een injectie hier en daar. Alles, of dat nu voeding, sport, uitslapen of stress is heeft invloed op je bloedsuikerwaarden. Ik weet het nog als de dag van gisteren. 4 mei 2015, onze 6e en tevens laatste IUI- poging. In de dagen die hierop volgde ‘leek’ het wel alsof ik steeds minder insuline nodig had. Om mezelf te behoeden voor de zoveelste teleurstelling weet ik dit aan de oplopende temperatuur maar stiekem telde ik de dagen af. Een dikke vette + op de eerste en tweede (!) zwangerschapstest. Eindelijk. Ik twijfelde of ik wakker was of droomde... Zwanger zijn betekende heel, heel scherp ingesteld zijn. Het alarm van mijn insulinepomp piepte al bij een waarde onder de 4 of boven de 7,5 mmol/l. Mijn bloedsuiker daartussen houden was een uitdaging. Heel veel prikken. Hoge waardes zoveel mogelijk vermijden en anders meteen bijsturen. Extra letten op wat ik at. Ik vond het pittig. Toch verliep mijn zwangerschap over het algemeen voorspoedig. Natuurlijk veranderde mijn lichaam en reageerde ik anders op hetzelfde eten. Ik had ineens minder insuline nodig of juist veel meer. Waar ik voorheen 2 eenheden boluste voor mijn bakje havermoutpap in de ochtend, moest ik er na een aantal maanden 4 eenheden voor bolussen. Daar moest ik dus op inspelen. Ik ben gelukkig maar één keer overvallen door een hypo die ik niet voelde aankomen. Het spannendste vond ik dat mijn bloedsuikerwaardes invloed hadden op ons kindje. Soms sloeg de twijfel ineens toe. Doe ik het wel goed genoeg? Zit ik niet te vaak hoog? Mijn HbA1c bleef tijdens mijn zwangerschap tussen de 5 en 5,5%. Dat gaf vertrouwen. Met mijn internist en diabetesverpleegkundige had ik een prettig contact. Ze gaven mij de vrijheid mijn bloedsuiker zelf te reguleren. Ze keken op de achtergrond mee en gaven advies. De gynaecoloog bezocht ik iedere 3 á 4 weken. Deze afspraken ervoer ik als zakelijk. Alles werd bekeken van achter een medische bril. Daarom heb ik ook een aantal bezoekjes gebracht aan ‘mijn eigen’ verloskundige die, zoals ik gehoopt had ook gericht was op emoties en praktische ervaringen. Vanaf het begin werd ons in het ziekenhuis verteld dat ik in week achtendertig werd ingeleid. Ik ging dan ook met zwangerschapsverlof in week vierendertig. Toen twee dagen later tijdens een controle zwangerschapsvergiftiging werd geconstateerd bracht ik de kerstdagen door in het ziekenhuis. Mijn inleiding werd een weekje vervroegd om geen onnodige risico’s te lopen. Volgens de kalender werden we in 2016 voor de eerste keer ouders. Onze dochter Saar prikte echter op 30 december vroeg in de ochtend spontaan een gaatje in de vliezen en werd 11 uur later geboren. Ik zag de bevalling vol vertrouwen tegemoet en eigenlijk verliep deze volgens het boekje. Ik mocht mijn suikerspiegel gewoon met mijn insulinepomp regelen en naast de CGM controleerde Filip ieder uur mijn bloedsuiker. Mijn waarden waren perfect, tussen de 5 en 6 mmol/l. Ik mocht haar ruim een uur bij me houden. Ze woog 2716 gram, was kerngezond en dronk meteen aan de borst. Saar had een lage bloedsuiker en moest naar de neonatologie waar ze een glucose-infuus kreeg. Ze reageerde daar goed op en kon al snel haar eigen bloedsuiker op peil houden. Met een gezonde dochter werden we een aantal dagen later ontslagen uit het ziekenhuis: de kraamtranen vloeiden. Hier hadden we al die maanden zo hard voor gewerkt! Na de bevalling was het zoeken naar een goede instelling. Kraamtijd. Ontzwangeren. Hormonen. Eigenlijk ben ik er nog wel een maand of zeven zoet mee geweest. Ook vanwege de borstvoeding, gewichtsverandering en ten slotte het stoppen met de borstvoeding. En dan heb je eindelijk een stabiel evenwicht... blijk je spontaan zwanger van nummer 2! >>


Diabetescourant_nr_6.pdf
To see the actual publication please follow the link above