Page 6

Diabetes_courant_nr_8

Diabetes mellitus en reizen Op reis met diabetes mellitus kan een hele onderneming zijn. Zowel logistiek als qua ritme brengt het een heel aantal uitdagingen met zich mee. Met dit artikel hopen wij, het diabetesteam van het MUMC+, u enkele handige tips en handvaten te geven om te gebruiken voor, tijdens en na uw reis. Tijdsverschil en insuline Op een reisdag waarbij tijdszones worden doorkruist is het niet verstandig te streven naar lage bloedglucosewaarden. Mede door de veranderde omstandigheden kan de kans op een hypoglykemie groter zijn dan normaal. Een insulineschema zal over het algemeen aangepast moet worden. Tips hiervoor zijn als volgt: Reizend naar het westen - de dag duurt langer - bij vertrek horloge terug zetten op de tijd die geldt op de plaats van aankomst - Intensief insulineschema (4x daags of meer) - kortwerkende insuline spuiten voor elke maaltijd - langwerkende insuline spuiten op de normale tijd, nu met aangepaste horlogetijd - Bijv.: u spuit langwerkende insuline thuis om 22.00 uur, dan blijft dit nu ook 22.00 uur (dit is echter de tijd op de plaats van aankomst en niet thuis) - bij DM1 geldt: indien de reisdag >16 uur duurt wordt elke 4 uur (ultra-) kortwerkende insuline gespoten. - 2x daags mix-insuline - normale hoeveelheid mix-insuline spuiten bij de eerste maaltijd die dag - in geval van een extra maaltijd kan kortwerkende insuline gespoten worden (25% van de normale ochtenddosering mix-insuline) - de laatste mix-insuline wordt gespoten bij de laatste maal tijd voor het slapen gaan. - Subcutane insulinepomp - De gebruikelijke basaal standen en maaltijdbolussen hanteren. Bij vliegreizen moeten de tijden van de pomp bij landing direct aangepast worden aan de tijd van het land. Tijdens de vlucht iedere 2 uur de bloedglucose meten en zo nodig bij bolussen m.b.v. de 2-4-6 regel of correctiebolus. Reizend naar het oosten - de dag duurt korter - bij vertrek horloge vooruit zetten op de tijd die geldt op de plaats van aankomst - Intensief insulineschema (4x daags of meer) - kortwerkende insuline spuiten voor elke maaltijd - langwerkende insuline spuiten op de normale tijd, nu met aangepaste horlogetijd - overweeg bij een tijdsverschil >6 uur 25% minder langwerkende insuline te spuiten in verband met mogelijke overlap. - 2x daags mix-insuline - bij de eerste maaltijd wordt de normale hoeveelheid mix- insuline gespoten - de tweede mix-insuline die dag wordt verminderd met 25%, omdat de dag korter is en zo overlap met de volgende injectie voorkomen wordt. - Subcutane insulinepomp - De gebruikelijke basaal standen en maaltijdbolussen hanteren. Bij vliegreizen moeten de tijden van de pomp bij landing direct aangepast worden aan de tijd van het land. Tijdens de vlucht iedere 2 uur de bloedglucose meten en zo nodig bij bolussen m.b.v. de 2-4-6 regel of correctiebolus. Aandachtspunten bij reizen met diabetes mellitus Zoals voor iedereen is ook voor mensen met diabetes een goede voorbereiding het halve werk. Onderstaand vindt u een handige checklist om te controleren of u niets vergeten bent. Bloedglucosemeter ❏ Twee bloedglucosemeters ❏ Twee prikpennen ❏ Voldoende teststrips ❏ Voldoende lancetten ❏ Batterijen voor de bloedglucosemeter ❏ Diabetesdagboekje ❏ Druivensuiker tabletten Bij gebruik van een insulinepen ❏ Insulinepennen ❏ Insuline ❏ Pennaalden ❏ Reserve-insulinepennen ❏ Reserverecept voor de insuline (Engelstalig) ❏ Koeltasje of koelkastje op autovoeding Algemeen ❏ Douaneverklaring ❏ Diabetespas ❏ Medicijnpaspoort Bij gebruik van een insulinepomp ❏ Insulinepomp ❏ Insuline ❏ Voldoende infuussets ❏ Voldoende infuuspleisters ❏ Voldoende batterijen voor de pomp ❏ Inbrenghulp voor het inbrengen van de infuusset ❏ Lege reservoirs (indien nodig) ❏ Insulinepennen ❏ Pennaalden ❏ Reserverecept voor de insuline (Engelstalig) ❏ Instellingen gegevens pomp ergens genoteerd ❏ Sensoren (indien van toepassing) ❏ Eventueel een ketonenmeter + strips ❏ Glucagonspuit (Diabetes type 1 ) Als u op reis gaat naar warme of koude streken, maar ook thuis met deze temperaturen, moet u er rekening mee houden dat uw insuline bij te lage en te hoge temperaturen de werkzaamheid verliest. Wees er dus op bedacht dat u bij afwijkende temperaturen de insuline goed opbergt. In warme landen kunt u insuline het beste als volgt bewaren: - In een koelbox (pas op, leg insuline NIET tegen de koelelementen) - In een isolerend koeltasje - Tussen handdoeken - In een thermosfles met wijde opening - Buiten direct zonlicht Maakt u gebruik van een subcutane insulinepomp dan wordt geadviseerd dagelijks het systeem, reservoir en naald te vervangen en het reservoir met minder insuline te vullen, bv 1.5 ml i.p.v. 3 ml. Bewaar insuline in ieder geval niet in de kofferruimte of het handschoenenkastje van een in de zon geparkeerde auto. Tijdens vliegreizen vervoert u de insuline en uw testmaterialen in uw handbagage, eventueel verspreid over 2 tassen. Deze adviezen gelden daarnaast ook voor glucagon, de bloedglucosemeter en teststrips. Ook zij mogen niet aan extreme temperaturen worden gesteld.


Diabetes_courant_nr_8
To see the actual publication please follow the link above