• Daarnaast is in 2017, als gevolg van enerzijds demografische groei in het topreferente deel en anderzijds door indexering, sprake van een stijging van € 1,8 miljoen in de Beschikbaarheidsbijdrage Academische Zorg en het vaste segment. • Tevens is sprake van een lichte daling van € 0,9 miljoen in de opbrengsten voor diensten in opdracht van andere instellingen. • Tenslotte is er een stijging in de overige zorgprestaties van € 2,7 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de activiteiten en toegekende subsidie voor de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT). + Een stijging in de subsidieopbrengsten met € 2,8 miljoen. Deze subsidieopbrengsten betreffen de Rijksbijdrage Onderzoek & Onderwijs (O&O), Beschikbaarheidsbijdragen Opleidingsfonds en overige subsidies. Per saldo is sprake van een stijging door met name meer opbrengsten uit de Rijksbijdrage Onderzoek & Onderwijs als gevolg van hogere loon- en prijsindexeringen. De totale bedrijfslasten stegen in 2017 met circa € 24,4 miljoen. De personele kosten stegen in 2017 met € 9,9 miljoen. Dit werd met name veroorzaakt door een combinatie van de volgende effecten: + Een stijging in de lonen en salarissen met € 5,4 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een hoger aantal fte’s gedurende 2017 (ongeveer 3%), wordt echter gedempt door lagere dotaties aan personeel gerelateerde voorzieningen in 2017 ten opzichte van 2016. Tenslotte is ook sprake van hogere personele lasten als gevolg van cao-verhogingen (€ 4,4 miljoen). + Een stijging van de sociale lasten en pensioenpremies met € 4,5 miljoen. De stijging in de pensioenpremies is met name het gevolg van hogere premiestelling door het ABP. Daarbij stijgen de sociale lasten en pensioenpremies ook vanwege de genoemde stijging in het aantal fte. De stijging van de materiële bedrijfslasten bedroeg € 14,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door: + Een stijging van de patiëntgebonden kosten met € 7,0 miljoen. De kosten van (dure) geneesmiddelen zijn afgelopen jaar weer sterk toegenomen. Voor een belangrijk deel staat hier een stijging van de opbrengst uit patiëntenzorg tegenover voor nacalculeerbare geneesmiddelen. Daarnaast leidt de verzwaring van de zorgproductie tot hogere patiëntgebonden kosten. + Een hogere dotatie aan de materiële voorzieningen van € 1,2 miljoen. Deze wordt met name veroorzaakt door een hogere dotatie aan de voorziening groot onderhoud in verband met een nieuw langetermijnonderhoudsplan voor gebouw- en installatietechnische voorzieningen. + Een stijging in de afschrijvingskosten van € 4,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het gereedkomen van de nieuwbouw van het Verheylaan-gebouw, waarover in 2016 nog niet werd afgeschreven. Alsmede doordat met de ingebruikname van de Verheylaan in 2017 ervoor gekozen is meer activa buiten gebruik te stellen en versneld af te schrijven dan in 2016. Naast bovengenoemde mutaties zijn de financiële baten en lasten (waarin ook de effecten van de deelnemingen zijn verwerkt) met € 1,9 miljoen gedaald. Deze daling wordt met name veroorzaakt door een lager resultaat bij Ciro+ (expertisecentrum voor chronisch orgaanfalen) in 2017 (€ 0,3 miljoen) dan in 2016 (€ 1,2 miljoen), waardoor het totaal aandeel derden in het resultaat daalt met € 1,0 mln. Per saldo valt op grond van bovenstaande het geconsolideerd resultaat over 2017 € 4,2 miljoen hoger uit dan in 2016. 4 2017 in retrospectief Bestuursverslag Maastricht UMC+ 2017 21
Bestuursverslag_MUMC_2017
To see the actual publication please follow the link above