Page 38

Gezond Idee juni 2014

‘In het begin voelde het alsof ik een kind in me had’ Ontvanger: Annie Masolijn Kreeg: nier Donor: onbekend In 1980 werd Annie Masolijn uit Voerendaal, toen 22 jaar oud, voor het eerst ziek. Moe, benauwd, pijn in de rug. Hoge bloeddruk. Niemand wist waardoor het kwam. Totdat ze een keer de weekenddienst belde en met spoed in het ziekenhuis werd opgenomen. Diagnose: haar nieren functioneerden niet goed. ‘Waardoor mijn nieren niet meer goed werkten, was onduidelijk. Maar ik moest aan de dialyse. Dat ging goed, heel goed zelfs: na een maand of drie was ik hersteld. Maar in 1997 38 gezond idee ging het opnieuw mis, weer lieten mijn nieren het afweten. Dat kon in eerste instantie opgevangen worden met CAPD, Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse, een dialysevorm die je thuis zelf kunt doen. Maar na een tijdje werkte dat niet meer en moest ik opnieuw voor dialyse naar het ziekenhuis. Zo’n dialyse, waarbij in één keer alle afvalstoffen en overtollig vocht uit je lichaam worden verwijderd, is heel belastend. Als je thuiskomt, ben je verschrikkelijk moe en wil je alleen maar naar bed. En dat drie keer per week, vier uur per keer, reis- en wachttijden niet meegerekend. Als nierpatiënt heb je ook nog eens een vochtbeperking, je mag niet meer dan één liter vocht per dag binnenkrijgen. Dat is inclusief water, thee, koffie, soep – ook als het buiten warm is. Soms had ik zo’n dorst, dat ik bij het tandenpoetsen stiekem een paar slokjes water inslikte. Het beheerst je leven. Toen kwam het bericht: er is een donornier voor je beschikbaar. Ik was zo blij. Weet je, ik deed altijd veel aan sport, bewoog veel en deed mijn best fit te blijven. Maar als je gedialyseerd wordt, voel je alles langzaam minder worden. Je kunt steeds minder, je hebt geen energie. Je bent de hele dag bezig met je ziekte. Als je dan de mogelijkheid krijgt dat te veranderen, is dat natuurlijk geweldig. Ook al is zo’n operatie zwaar. In het voorjaar van 2000 werd ik geopereerd, in het academisch ziekenhuis in Maastricht. Om zes uur ’s ochtends werd ik naar de operatiekamer gereden, om tien uur zat de nieuwe nier erin en stond mijn man naast mijn bed. Veertien jaar leef ik nu al met de nier van een ander. Ik slik elke dag pillen tegen de afstoting en ga één keer in de drie maanden op controle, maar ik voel me goed. Een heel verschil met vroeger. Nu kan ik een normaal leven leiden. Ik werk als doktersassistente. Ik kan op vakantie gaan, eten en drinken wat ik wil. Die dag in het voorjaar was voor mij echt het begin van een nieuw leven. Ik heb er een verjaardag bij gekregen. Mijn zwager liet zich destijds onderzoeken om te zien of hij me een nier kon geven, maar dat kon dus niet. En dat vind ik ook wel prettig. Ik zou dat als een belasting hebben ervaren, als iemand van mijn familie een nier zou hebben afgestaan. Het kan fout gaan, de nier kan afgestoten worden. En de donor loopt zelf ook risico, het is toch een operatie. Ik weet niet wie de donor is. In het voorjaar denk ik altijd even terug aan de mensen, ergens, die toen een dierbare hebben verloren. Het is nogal een cadeau dat ik heb gekregen. In het begin ervoer ik het alsof ik een kind in me had. Je voelt je er zo verantwoordelijk voor, je doet extra moeite om gezond te leven.’ Orgaandonatie


Gezond Idee juni 2014
To see the actual publication please follow the link above